Kennis van het water
Probeer altijd wat informatie over het viswater in te winnen. Vraag de lokale hengelsportwinkelier of ga eens kijken bij wedstrijden op het desbetreffende water. Uiteraard moet je ook weten hoe het bodemverloop op je stek zelf is. Wanneer je met een steil aflopende oever te maken hebt, vis je al snel een stuk boven de bodem wanneer je iets te ver vist. Peil daarom niet alleen op je visstek, maar de gehele "visruimte" waarover je beschikt, dan zul je zien dat er vaak nog andere goede plaatsen binnen je vak zijn die je kunt afvissen.


Voeren
Het tijdperk van geheime voertjes is voorbij. Het gaat veel meer om hoe je het voer brengt dan wat er wel of niet in zit. Het voer maak je pas klaar aan de waterkant, zodat je precies kan inspelen op de actuele omstandigheden. Denk ook goed na over de werking van maden en casters; wanneer je op stromend water bijvoorbeeld tegelijkertijd maden en casters op je stek werpt, krijg je een stroom casters die snel afzinkt en dus ook een langer spoor maakt. Hiermee creëer je eigenlijk twee achter elkaar geplaatste voersporen die je beiden af kunt vissen, en dat kán het verschil uitmaken.


Aaspresentatie
Maak altijd een rechte drift, evenwijdig aan de oever en niet schuin naar de oever toe. Prop je haak niet te vol met maden, zeker wanneer je snel moet vissen slaat er snel eentje over de haakpunt met het gevolg dat je de volgende vis bijna zeker verspeeld. Werp je lijn niet in, maar laat deze rustig zakken in het water. Zo zullen je onderlijn, lijn en lood nooit in de war raken en kun je de drift mooi gecontroleerd met het lood vóór de dobber uit maken.


De (onder)lijn
Het gebruik van onderlijnen is vaak ter discussie gesteld, zeker wanneer er erg veel vis gevangen wordt, wordt er vaak zonder onderlijn gevist. Ondanks dat het bekend is dat elke schakel in de lijn de zwakste kan zijn, is het toch aan te raden om te vissen met een onderlijn. Die ene vis die je misschien verspeelt wordt ruimschoots goed gemaakt door het feit dat je nu een paar seconden later door kan vissen op precies dezelfde wijze dan voor de lijnbreuk.


Inspelen op...
Je zult altijd in moeten spelen op het aasgedrag van de vis. is er veel vis, probeer dan "voedselnijd" op te wekken door constant bij te voeren. Wanneer de aanbeten minder worden, kun je twee dingen doen:

  • gokken dat je de vissen kunt forceren om te gaan azen door stevig door te voeren
  • of de schade beperken en minder gaan voeren

Dit is afhankelijk van de ontwikkeling tijdens de wedstrijd.


Je kansen waarnemen
De grootste fout die je kan maken is dat je mee wilt gaan met het tempo van de vis. Je gaat zo namelijk onrustig vissen en gaat minder geconcentreerd te werk en dat kost vis. Andersom is het ook fataal om je aandacht te laten verslappen wanneer je lang geen aanbeet hebt kunnen uitlokken.


Zelfvertrouwen
Dit is het belangrijkste punt om "lekker" in een wedstrijd te kunnen zitten. Zelfvertrouwen en daarmee ervaring komt natuurlijk met de jaren, maar ook wanneer je nog niet zo lang vist, is het beter om vertrouwen in je uitgestippelde plan te hebben dan te gaan twijfelen. Rustig blijven en weten wat je doet, is het devies !

Joomla SEF URLs by Artio